 |
 |
|
 |
 |
Mijn 'dagboek' vanaf 19 juli
We zaten woensdagavond in de trein met zijn drieën – Ally (Alasdair, 21), Vicky (Vipin John, 25) en ik – toen Vicky gebeld werd: de vader van Anshu ligt op sterven, en even later: de vader van Anshu is overleden. Dus toch … We
waren er afgelopen zondag uit de kerk nog geweest om met hem het Heilig Avondmaal te vieren. Toen we binnenkwamen zat hij op een stoel, maar onmiddellijk na de viering werd hij weer neergelegd op bed. Zijn ademhaling was erg oppervlakkig – ik vond hem
achteruit gegaan. Nu klinkt het ongepast, maar toen vond ik de hele situatie nogal grappig: de dominee nam het brood (dat geen brood was, maar roti/piatti – het droge ‘pannenkoekje’) mee in een Tupperwarebakje en de wijn (die geen wijn was,
maar een soort aangelengde lemonade) zat in een Coca Cola fles en dat leverde een stilleven op dat wij niet meteen zouden associëren met het Heilig Avondmaal. Fijn dat hij nog Avondmaal heeft kunnen vieren op de zondag voor zijn dood. Bij het weggaan
heb ik “Sterkte” gezegd, maar daarbij niet gedacht aan een zo snel naderende dood. Toen we ‘s middags naar Jabalpur vertrokken, zei ik tegen de vrouwen in huis: “Ik hoop dat jullie een paar dagen rust krijgen nu ik de deur uit
ben” (ze waren zo druk geweest met dat idiote eten van me en de heer des huizes was ziek en moest rust nemen, maar had daar de tijd niet voor) en nu kregen ze te maken met dit sterfgeval: de vrouwen gingen naar de weduwe en kwamen die nacht niet meer
thuis. De heer des huizes kwam om twee uur ‘s nachts thuis en moest toen nog een plek op de begraafplaats regelen, maar die was door de moesson deels onbruikbaar en er was geen plek om een compleet graf te graven. Met zijn Whatsapp wist hij een en ander
te regelen, maar hij was er niet gerust op en kon niet slapen. Alles gaat hier zo snel! Woensdagavond stierf de broeder en de volgende dag om drie uur moest hij al begraven worden! Maar het kwam wonderwel goed. Op donderdagmorgen om zeven uur werd ‘met
grof geschut’ door de gemeentelijke overheid een extra stuk begraafplaats gereedgemaakt voor begrafenissen– struikgewas werd weggehaald, grond geëffend en er werd meteen een grafkuil gegraven met een machine - dat scheelde uren en uren (hand)werk
voor de gemeenteleden die wel mee wilden werken. De begrafenis kon daardoor een uur eerder plaatsvinden dan aanvankelijk gepland. Vanavond was er de wekelijkse kerkdienst en vanavond was die bij de overledene aan huis – een soort afscheidsdienst
(de dominee preekte over 1 Thessalonisenzen 4:13 – 5:12) alsook gelegenheid tot condoleren, maar dat hadden de ruim zeventig aanwezigen bijna allemaal gisteren al gedaan. Bijzonder zo’n samenkomst, nu onder een grote luifel voor het huis(je). Luisteren,
zingen, bidden, een paar woorden ter herinnering – een dode wordt hier niet vanuit de kerk begraven. Voor Vicky was het moeilijk – hij is een heel goede vriend van Anshu en hij zat in een trein die wegvoerde van Chhapara in plaats van ernaartoe.
Vanmiddag ging hij, eenmaal thuis nog vóór hij iets ging eten, naar Anshu toe. Anshu wilde er ook met ons wel graag over praten – hij was alleen met zijn moeder thuis, toen zijn vader toch nog plotseling overleed. Zijn zus, een verpleegster,
was juist vertrokken voor haar avonddienst naar het ziekenhuis. De moeder heeft familie, de vader was een wees – hij groeide op in het weeshuis (vijf jongens) van de Free Reformed Church – “bij de missionarissen” zeggen ze hier. Gelukkig is er hier een hechte gemeenschap: er is veel liefde, aandacht en tijd voor elkaar. En Anshu – nu de enige man in huis – zal er niet alleen voor staan.
U vindt deze pagina leuk
Ik ben weer thuis. Vanmiddag om een uur of twee kwamen we weer aan in Chhapara. De trein van Agra naar Baljapur had er zeventien (in plaats van de ‘afgesproken’ veertien) uur over gedaan, maar we reden eerste klas heen en een ietsje minder
eerste klas terug en dat betekende: - ruimte voor onszelf: wat in Nederland vroeger een coupé voor zes personen was, was nu een slaapcoupé voor drie (de vierde gast kwam gelukkig niet opdagen): ruimte te over, - een deken (op de
heenweg zacht en donzig; op de terugweg een paardendeken, met twee lakens, een kussen en een handddoek, - airconditioning en één (terugweg) of twee (heenweg) ventilatoren aan het plafond, stopcontacten om je mobieles op te laden en leeslampjes
boven je bed. Ik hoop niet dat ik erg verwend klink, maar in een land als dit met een klimaat als dit heb je het eigenlijk wel nodig het is zó warm en vochtig! Ik had voor een paar dagen eten bij me (yoghurt, kaas, tarwekiemen, gekookte eieren,
gekookt vlees en rauwe en gekookte groenten. Zolang we in auto en trein waren, bleef dat allemaal goed, maar donderdag – toen we de Taj Mahal, Fort Agra en een aantal ambachten hadden bezocht, waren de gekookte bieten, de gekookte worteltjes en het vlees
bedorven – ik kon me redden met yoghurt, eieren en kaas. Toch was ik er een beetje sneu van dat ik vlees en groenten weg moest gooien, maar het kon echt niet (meer). Veel gereisd en veel gezien en er niet onderdoor gegaan. Ik zal zo vertellen wat
ik allemaal gezien heb, maar wat het meeste indruk op me maakte, stond niet op het reisprogramma: de bedelaars. In Jabalpur was ik ze nog niet tegengekomen, maar in Agra doken ze overal op en ik weet niet goed hoe ik er op moet reageren: komt er een jongeman
in een rolstoel aanrijden op de parkeerplaats waar je een taxi huurt met zulke ontzettend grote opgezwollen voeten dat ze wel van plastic en als ballonnen opgeblazen lijken – is het wel echt? En dan komt er iemand over de grond aankruipen in een noodvaart;
je kunt niet zo gauw zien wat er over is aan armen en benen; een moeder met een baby op de arm begint tegen je te praten; kinderen kloppen op je autoruit; een man die op een dorpeling lijkt, gekleed in een gedrapeerde lap, blijft aandringen en wijst op de
inkopen die je gedaan hebt; een vrouw wil de Coca Cola die een van de jongens gekocht heeft. Ze wachten op elkaar en wisselen elkaar af – we zijn twee van de weinige buitenlandse, blanke toeristen op het perron en worden voortdurend aangevallen. Zo voelt
het. Ik kan natuurlijk best wat missen, maar als je begint, komt er dan een einde aan? En je weet dat er misbruik van je gemaakt wordt; je weet dat er stammen zijn die in hun levensonderhoud voorzien met bedelen en je weet ook dat er kinderen gedwongen worden
tot bedelarij. Ik heb niets gegeven, maar ben er niet trots op. De bedelaars stonden niet op het reisprogramma, evenmin als de uitoefenaren van eeuwenoude ambachten die we bezochten en die duidelijk uit waren op ons geld. Trouwens, in een stad als Agra
is iedereen uit op je geld, ook de overheid. Een toegangskaartje voor de Tai Mahal is voor buitenlanders 1000 rupees en voor een Indiër 40! Voor Fort Agra betaalden we 520 rupees, Vicky 20. Ergens hebben ze groot gelijk, maar het is een soort handel waar
ik niet vrolijk van word. Op de foto het station van Jabalpur waar mensen op het perron zitten in plaats van staan te wachten. Druk druk druk en ik vermoed dat het meest well-to-do mensen zijn. Wat arm is, bedelt.
U vindt deze pagina leuk
Nu gaat de regelmaat eruit. Ik kon hier thuis de computer gebruiken van mijn gastheer en dagelijks een ‘bijdrage’ schrijven, maar als ik morgenmiddag vertrek met de auto naar Jabalpur en vandaar met de trein naar Agra, zit ik zonder computer.
Morgen, 10 augustus, dus geen verhaal – we zitten dan ‘s avonds en ‘s nachts in de trein. Donderdag, 11 augustus, zijn we overdag in Agra en al zijn we er dan volgens de dienstregeling 10 uur, de mensen hier hopen dat het allemaal lukt, want
vertragingen(van uren!) zijn hier eigenlijk regel en met 8 miljoen bezoekers per jaar aan dit mausoleum, is het nog helemaal niet gezegd, dat we voldoende tijd hebben! Hoe dan ook, 11 augustus dus ook geen ‘verhaal’. En dan komen we na een
nacht treinen en een morgen autorijden pas in de loop van 12 augustus weer terug – dan hoop ik weer te kunnen schrijven. Zo’n uitje is nog een heel gedoe voor iemand met zo’n wonderlijk diet. Welke gekookte en rauwe groenten en welke
vormen van proteïne kan ik meenemen voor onderweg en blijven goed in dit warme, vochtige klimaat? Iedereen buigt zich over dit problem – het zal wel goed komen met de twee kant-en-klare avondmaaltijden, de twee kant-klare ontbijten en de kant-en-klare
lunch. Een boterham of een portie rijst of een stapeltje roti’s is wel gemakkelijker. Roti’s eten ze hier – die worden ter plekke gebakken en heet opgediend. De mensen eten van metalen borden – die lijken wel wat op deksels van
een blik: rond met opstaande rand. Daar krijgen ze een kwak vlees op met ruim saus. Ze gebruiken dan witte rijst om die saus mee op te debben. Alles gebeurt met de rechterhand – geen mes, lepel of vork en de roti wordt gebruikt om het bord mee schoon
te poetsen. De roti is droog, dus ze vegen er ook hun vingers aan af. Er staan wel papieren servetten op tafel, maar die hebben ze niet nodig. Het is een mooie manier van eten, maar je moet het wel leren. Ally en ik zijn de enigen die van een plat bord eten
met mes, vork en lepel. Ik heb nog niet zo’n zin in eten, voel me maar een half mens – ik heb de hele dag geslapen (hoe zal dat vannacht gaan?), dus ik heb ook niet veel te melden. Op school was het een drukte van jewelste, want
de zilveren- medaille- kickboksen- winnaar werd binnengehaald. Met muziek en guirlandes en honderden mensen op de been – een geweldige mensenmassa op het ‘schoolplein’. Wat een happening! Foto’s van de sportheld die gefeliciteerd wordt
door het hoofd der school, door Ally, door het hoofd van de politie. Eigenlijk blij dat ik onder de dekens lag – anders had ik ongetwijfeld ook op de foto gemoeten. Maar het was wel een kleurrijk geheel. Op de foto (van ons bezoek aan de dam vorige
week) staan we bij de vijfde deur en kijken naar het water dat door de zesde deur komt klateren; die staat open. (Heb ik toch zo’n twintig foto’s van die dam en weet ik niet welke foto nou het geschiktst is …)
U vindt deze pagina leuk
Gisteren was het de koelste dag tot op heden en dat kwam goed uit, omdat er ‘s morgens op de preekstoel een pak gedragen moest worden, maar vanmorgen had ik het zelfs koud! Ik heb vandaag daarom voor het eerst in India een hemd gedragen. Mijn
mobile vertelt me dat het 28˚ is, bewolkt met kans op een bui of onweer. Ik zal toch niets onder de leden hebben? Mijn ingewanden beginnen ook weer op te spelen en ik heb uit school mijn hele middag zo goed als ‘verslapen’. Die school, dat
is wat. Ik ben er nu vijf weken dagelijks geweest en je zou denken: nu zijn ze wel gewend aan die opa uit Nederland. Nee hoor, als ik over de speelplaats loop, komen de jongere kinderen om een hand bedelen en de ouderen koersen in je richting en wensen je
goede morgen. Een Indiaas “Nomasté” met gevouwen handen (dat doe ik echt heel zelden) brengt ze helemaal in vervoering. Het schoolhoofd kan trots zijn op zijn school – die komt herhaaldelijk in het nieuws. Twee weken geleden
deden drie leerlingen mee aan een quiz in Seoni over toerisme in dit district en in het schriftelijk gedeelte werden ze eerste van ruim zestig scholen. Bij een tweede deel (hand op de knop) ging het wat minder, maar al met al waren ze goed voor een tweede
plaats en dat kwam in de krant nauurlijk, compleet met foto. Afgelopen week is een oudleerling districtsofficer geworden (geen idee wat-ie doet, maar het is een hoge functie in de ambtenarij en ook dat kwam in de krant met de vermelding “oudleerling
van Chhapara Mission school” – hij kwam gisterenmiddag even op bezoek en toen gebeurde er iets vreemds. Hij was van komaf een arme jongen, een wonder eigenlijk dat zijn ouders genoeg geld bij elkaar konden schrapen om hem de scholing te geven die
hij nodig had, en hij kwam vertellen hoe het hem gelukt was die hoge functie in de wacht te slepen - ik vermoed zelfs dat hij op zijn smartphone ook diploma’s en cijferlijsten toonde. Toen hij alles verteld had, stapte hij weer op en in een flits bukte
hij zich en raakte even het onderbeen van het schoolhoofd aan en dat van diens broer. Die reageerden als gestoken: “Niet doen!”, maar het was al gebeurd, tot volle tevredenheid van de jongeman denk ik – zijn manier om respect te tonen, of
was het een kaste-ding en voelde hij zich sociaal zoveel minder dan deze onderwijzers dat een slaafs gebaar gepast was? Een derde oudleerling haalde de krant met een zilveren medaille voor kickboksen. Dat heeft hij duidelijk niet hier op school geleerd,
maar het schoolhoofd is er niettemin trots op – de school komt weer positief in het nieuws. Goed voor nieuwe leerlingen. Vanmorgen werden om mijn rechterpols twee ‘vriendschap-bandjes’ geschoven – het zijn simpele gekleurde
elastiekjes (de kindereen dragen er soms vijf of zes om een pols), maar ik voel me er niet gemakkelijk bij. Ik vind dat je geen cadeautjes van kinderen moet aannemen, hoe klein in jouw ogen ook. Misschien moet ik er morgen iets mee. Dan is het voorlopig onze
laatste schooldag, want voor aanstaande woensdag hebben ze een treinreis-eerste-klas geboekt voor ons naar Agra. Daar staat de beroemde Taj Mahal die we blijkbaar gezien moeten hebben. De reis duurt ongelogen veertien uur heen en veertien uur terug vanaf Jabalpur
(zo’n drie uur van hier); ik heb er – dat zal duidelijk zijn – niet om gevraagd. Op de foto een aantal apen op het dak. Ik heb ze steeds gibbons genoemd, maar dat is fout. Ik heb zojuist ontdekt dat gibbons geen staart hebben. Deze
aapjes ('langurs' in het Engels) hebben juist een onwaarschijnlijk lange staart - zie foto.
U vindt deze pagina leuk
Ik heb me er wel eens over verwonderd dat mijn lichaam geen waarschuwingssignalen uitzendt als er iets niet in orde is. Zo kon ik het maar nauwelijks geloven toen de arts diabetes constateerde; ik had er niets van gevoeld. En toen er in mijn dikke darm
(goedaardige) poliepen gevonden (en succesvol verwijderd) werden, merkte ik daar niets van. Maar vanmiddag kreeg ik om kwart voor vier een aanval van diarree en om kwart over vier nog een en dat waren duidelijk waarschuwingen van het lichaam: ‘Sorry,
jongeman, maar nu heb je echt te weinig geslapen – je lichaam heeft rust nodig’. Lekker geslapen van kwart voor vier tot kwart over vier, van kwart over vier tot kwart over vijf en van kwart voor zeven tot acht uur en nu ben ik weer kiplekker,
gelukkig. Wel even ORS geslikt en een pilletje tegen de diarree voor de zekerheid, maar dat was het dan ook. Vandaag verder een rustige dag. Vanmorgen het Heilig Avondmaal gevierd en gepreekt. De viering was natuurlijk anders, maar toch ook hetzelfde.
De kerkenraad kwam voor in de kerk zitten met het gezicht naar de gemeente; de kinderen kwamen in twee banken links van de Avondmaalstafel te zitten om het goed te kunnen zien, en de mannen (rechts) en de vrouwen (links) kwamen meer naar voren. Er werd geen
brood gebroken, maar kleine tortilla's (ze heten hier ‘roti’) werden in stukjes gescheurd. Er werd ook geen wijn gegoten in een beker, maar een soort lemonade werd rondgedeeld in minuscule plastic cupjes. Er werd geen formulier gelezen, maar de
predikant gaf toelichting, las Schriftgedeelten en verschillende ouderlingen gingen voor in gebed. Ik werd ook gevraagd te bidden, maar dat heb ik niet gedaan – ik weet niet welke plaats zo’n gebed inneemt in het geheel (Uitnodiging? Zelfbeproeving?
Bede om aanwezigheid van Christus? Dankzegging?); dus ik bleef liever stil. Ik heb gepreekt over “Ik ben het brood des levens” en heb daarbij aandacht gevraagd voor het feit dat Jezus zich met zijn IK BEN – uitspraak liet kennen als
Koning (zoals God in zijn verbond op de Sinai zich ook bekendmaakte als Koning aan zijn volk Israel), iemand die – zoals dat vaker gebeurde in oude tijden – zijn volk gratis van brood voorzag (de spijziging van de vijfduizend de dag ervoor). Jezus dient zich ook aan als Profeet – zoals Mozes Gods manna mocht aankondigen, zo kondigde Jezus zichzelf aan als het levende Brood (dat, anders dan manna, eeuwig goed blijft!). En Jezus is ook Priester: het brood moet gebroken worden om
te kunnen worden uitgedeeld (Hij zal moeten sterven om ons te kunnen dienen). Vanavond hadden we een preek van Vishal, de hulpprediker, over het begin van Psalm 107. Dat maakte herinneringen los, want in 1969 was onze trouwtekst Psalm 107: 29 en 30:
“Hij maakte de storm tot een zacht suizen, zodat de golven stil werden. Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen, en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.” Die woorden stonden op onze trouwkaart, maar de dominee, ds. Bremmer, verschoof
de aandacht naar de verzen die volgen: “Dat zij de Here loven om zijn goedertierenheid en om zijn wonderen aan de mensenkinderen; dat zij Hem verhogen in de gemeente des volks, en Hem loven in de raad der oudsten.” Het mag raar klinken
uit mijn mond, maar ik heb Gods goedertierenheid aan den lijve mogen ondervinden (Hij gaf redenen te over om te loven en Hem te verhogen) en waar wij van droomden bij ‘de haven van hun begeerte’ was misschien niet de beste keuze. Op
de foto de buitenlandse gastprediker, de eigen predikant ds. Samit en de hulpprediker Vishal. De grap: Er wordt in het Hindi gezongen "Just as I am" en de buitenlander zingt uit volle borst mee in het Engels, uit zijn dikke hymnboek.
U vindt deze pagina leuk
|
|
 |
|
|
|