 |
 |
|
 |
 |
(1) Bij het afscheid van Willem van Dijk, stadsdichter van 2012-2014
Wat een dijk van een vent, die stadsdichter! Hij kwam en hij zag en hij schreef zijn gedichten, soms zwaarder, soms lichter – maar met passie. De passie, die bleef.
Hij schreef over Elburg de
vesting en Oostendorp vroeger en nu, de Hoge Enk gaf hij zijn aandacht en ’t Harde passeerde de revue.
Het allerliefst schreef hij sonnetten; zijn meesterschap heeft ons verrast. We zullen hem node gaan missen, want een dijk van een dichter, dat was ‘t!
(2) Bent u de nieuwe stadsdichter?
Bent u de nieuwe stadsdichter? ‘k Heb zoiets horen fluisteren. U komt toch uit het onderwijs? Dan moet u eens goed luisteren. Ik vind die klunzen voor de klas … mopper de steen mopper de been .. een schande! mopper…
’t Moest niet … mopper Schop maar eens flink tegen die scheen …
Bent u de nieuwe stadsdichter? ‘k Heb zoiets horen fluisteren. U bent toch ook gepensioneerd? Dan moet u eens goed luisteren. Ik vind die blagen
in de raad mopper de steen mopper de been een schande! mopper … ’t Moest niet … mopper Schop maar eens flink tegen die scheen …
Bent u de nieuwe stadsdichter? ‘k Heb zoiets horen fluisteren. U woont
toch op ’t Harde, niet? Dan moet u eens goed luisteren … Ik vind dat er nooit aandacht is mopper de steen mopper de been een schande! mopper … ’t Moest niet … mopper Schop maar eens flink tegen die scheen …
Bent u de nieuwe stadsdichter? ‘k Heb zoiets horen fluisteren. U bent toch ook gereformeerd? Dan moet u eens goed luisteren … Ik vind die dominees en zo mopper de steen mopper de been een schande! mopper … ’t Moest
niet … mopper Schop maar eens flink tegen die scheen …
Bent u de nieuwe stadsdichter? ‘k Heb zoiets horen fluisteren. U bent toch ook een kunstenaar? Dan moet u eens goed luisteren … Ik vind die kliek, dat
geld, die kunst mopper de steen mopper de been een schande! mopper … ’t Moest niet … mopper Schop maar eens flink tegen die scheen …
Lieve meneer, lieve mevrouw, ‘k bedien u op uw wenken Maar
zo’n refrein, schrijf dat nu niet! Dat wil ik graag zelf bedenken.
(3) Toen en nu
Het was maar een kale boel daar in Bethlehem: zo‘n jong stel - eigenlijk kinderen nog bibberend op zoek naar een bed – wat doen ze ook zo laat op straat? – ijskoud natuurlijk in ’t holst van de nacht en
uitgerekend op dat moment krijgt zij een kind in een kribbe. Nog een geluk dat die schapen er niet waren met hun herders; die schrokken zich lam van die engelen daarbuiten – het enige lichtpuntje in die nacht overigens.
Nee, dan doen wij het beter: achttien Kerstconcerten in Elburg/Oostendorp, in Doornspijk vijf, maar toch … op ’t Harde zes-en-twintig Kerst en/of kerkdiensten, kerstmarkten, kersttoernooien, kerststukjes
maken, een sfeerwandeling, en genoeg folders door de bus om flink uit te kunnen pakken (of zal ik toch zo’n sticker nemen?): kerstklassiekers, kerstrollades, een kersttulband, een kerst-CD, drie-en-zestig kerstrecepten: kun je eten? Kerstdiner, kerstboomballen, kerstversiering en kerstkaarten, -kransen, -roos, een kerstrommel-markt in Elburg waar ik mijn cadeaus weer loos. Sfeermakers zijn we, het mag wat kosten: mooi, elegant en sjiek. Of komen we straks toch nog van een kouwe kerstmis thuis? Nee hè!
(4) Bij de ingebruikname van de nieuwe raadzaal - 7 januari 2015
Geachte raadsleden, zie hier uw zaal: hier mag u moties en emoties uiten; dit wordt de kraamkamer van veel besluiten - én deze zaal spreekt zo zijn eigen taal.
U weet: de oude raadzaal had haar
sfeer: het schaarse licht, in het gelid de stoelen, het zwaar gebint kon j' op de schouders voelen: een zaal voor schepenen met pruik en veer.
De wanden hier zijn niet rechttoe rechtaan; ze buigen mee met soepele gedachten: er is meer ruimte dan je zou verwachten ... Wees niet benauwd! Ga in die ruimte staan! (1)
Boven uw hoofd, boven die zee van licht is er nog plaats voor hogere gedachten, voor dromen voor de komende geslachten, voor kleine
stukjes hoopvol vergezicht. (2)
Als ik een plan was, wild' ik hier ontspruiten met stoelen naar elkander toegebogen, (3) met transparante eerlijkheid voor ogen ... (4)
'k Zie uit naar uw raadzaal-ige besluiten. (5)
NB 1. Je moet de raadzaal gezien hebben om het precies te begrijpen, maar in een grote vierkante ruimte, staan om het echte vergadergedeelte heen twee wanden in de vorm van haken (in de betekenis van "tussen haakjes"). Deze
'wanden' reiken lang niet tot aan het plafond en bestaan deels uit open latwerk. Wie binnen die wanden blijft denken, is alleen maar bezig met het Elburg van vandaag, maar de wereld is groter: Elburg maakt deel uit van een groter geheel .... NB 2. Boven de vergadertafels hangt een netwerk van lampen, maar die vormen niet het plafond. Het plafond is in werkelijkheid een hoge, prachtige koepel. Ook hier is de boodschap: stijg boven jezelf uit; denk niet te klein van jezelf;
laat er ambitie en aspiratie zijn. NB 3. De stoelen staan in hoefijzer-vorm, waardoor alle deelnemers elkaar kunnen zien: ook kan niemand zich verschuilen achter een ander. Die formatie nodigt uit tot samenwerking
en warme belangstelling voor de standpunten van de ander. NB 4. In het midden van de zaal is apparatuur die live uitzendingen mogelijk maakt. Debatten kunnen worden vastgelegd - er is geen ruimte voor gekonkel in
hoekjes: alles gebeurt in het licht en kan dat licht ook verdragen als er transparantie is en oprechtheid. NB 5. De raadzaal heeft dus eigenschappen die besluitvorming ten goede komen: geen scherpe kanten, geen
star- en stramheid, geen donkere hoeken, maar soepelheid, ruimte, licht, samenwerking en openheid. Besluiten in die sfeer noem ik 'raadzaal-ige' besluiten. Pas als al die mooie eigenschappen geweld wordt aangedaan, krijgen we rampzalige besluiten.
(04-01-2015)
(5) Parkeren bij de haven
Op 22 januari 2015 wordt de starthandeling verricht voor de aanleg van parkeerterrein De Oude Vos Ooit heeft hier een ijsbaan gelegen, ooit heeft hier een molen gestaan, maar voor het jaar uit is, gaan gasten ’t
beleg voor de vestingstad slaan
met honderden auto’s op stenen en honderden auto’s op gras, met een raster dat er voor gaat zorgen dat de helft zo groen blijft als het was.
“De Oude Vos” gaat het
hier heten. Heeft dat ook met sluwheid van doen? Wie nu met de aanleg gaat starten, spaart bakken en bakken met poen.
Ooit heeft hier een ijsbaan gelegen, ooit heeft hier een molen gestaan, het blijft dus zoals het geweest
is: een kwestie van komen en gaan.
(6) Valentijnsdag
Je benen zijn te dun voor ’t mooi; je loopt vaak gruwelijk te sjokken in lange, smakeloze rokken; je rimpels eeuwig in de plooi. Vogeltjes stuiven aan de kant ; ze schrikken misschien
van dat ruwe, maar loslopende honden duwen hun natte neuzen in jouw hand. Voor jou geen Valentijns’gedoe’. Jij gaat de middenstand niet spekken en geeft geen geld uit aan “die gekke prullaria met I luv you”. En toch ben jij mijn Valentijn: je brengt de buurman graag wat soep, je ruimt nog sneeuw, ook van zijn stoep. Mensen als jij verzachten heel wat pijn . (8 februari 2015)
(7) Passion 't Harde
Om zes minuten over zeven dooft Hij het grote licht en
dompelt stad en ommeland in nacht en ontij onder, maar
vrees niet - er is hoop: een kruis deint door de dorpen mensen met een boodschap aan elkaar krommen hun ruggen onder ‘t juk van eigen schuld en dikke bult en andere
schaam-me-doodse schande ze dragen lasten van elkander, poort in poort uit, door Oostendorp langs spot en hoogmoed onderweg naar vaste grond op ‘t Harde een rouwstoet,
maar dan anders een ark van Noach, reddingsvloot een vlot dat mensen draagt in nood
een zwaluw die wel zomer maakt de boodschap in een notendop
Kruisig Hem niet – het is gedaan. Kom, klaag maar steen en been en
zing je lied tegen de klippen op met een olijftak in je grote mond. Er is
nog hoop die leven doet: een kruis deint door de dorpen.| Vergeet niet morgen op te staan.
(28 maart 2015)
(8) Rood is de kleur van bloed
Soms is een oorlog groen, met oerwoud en lianen. Met messen maaien ze in ‘t rond om zich een weg te banen. Er schuilen vrouwen in het gras en soms klinken er kreten … Het is mijn oorlog niet; ik wil er niets van weten. Soms is een oorlog geel, met zand in mond en kleren. Met bijlen slaan ze beelden stuk en bommen exploderen. Er cirkelen gieren in de lucht – er valt weer iets te eten. Het is mijn oorlog niet; ik wil er niets van weten. Soms is een oorlog zwart, met afgeplakte ramen. Je zag ze niet, je hoorde ze als ze weer over kwamen. Zo was de oorlog hier; ik wilde er niets van weten, maar ’t ronken in de donkerte … dat ben ik nooit vergeten. (10 april 2015) “In de Tweede wereldoorlog waren de gevaren op het water vaak groot. Het IJsselmeer vormde de voornaamste aanvliegroute van de geallieerde bommenwerpers richting Duitsland.
Meerdere keren zijn tijdens de oorlog geallieerde vliegtuigen door afweergeschut of Duitse nachtjagers uit de lucht geschoten.”(Canon van de gemeente Elburg in veertig vensters blz. 36) Het bevel van de Duitsers
om alle huizen te verduisteren (er mochten vanuit de lucht geen lichten te zien zijn die de aanwezigheid van dorpen of steden konden verraden) maakte de oorlog extra zwart.
(9) Het was oorlog in Doornspijk en Elburg
Het was oorlog; er waren soldaten – die vochten getrouw tot de dood; ze lieten hun leven voor velen, maar ’t verdriet was niet minder groot. Het was oorlog; er waren ook jongens die stortten zich in het
verzet. Dat werd - toen zij werden gevangen – hun gruwelijk betaald gezet. Het was oorlog; en tientallen Joden – die hadden geen recht van bestaan. Ze werden als beesten behandeld en gingen er allemaal
aan. Het was oorlog en toen kwam de vrede. Was het leven wel mooi zonder vriend? *) Met een broer die was omgekomen? Waar had zij dit leed aan verdiend? Het was vrede, de strijd was gestreden, maar de
jongens – het waren er vier - **) die kwamen nooit terug uit de kampen. De leegte, de leegte hier … Het was oorlog, we hadden geen keuze; de bezetter, die heeft ons genekt. Wie kiezen kán, kieze
voor vrede, voor liefde, geduld en respect. (11 april 2015) Voor de leerlingen: Er zijn heel veel oorlogsslachtoffers, maar ze zijn
wel heel verschillend: er zijn soldaten (die wisten dat ze konden sterven), er zijn verzetsstrijders (die wisten dat ze gestraft konden worden om hun daden) en er zijn Joden die helemaal niets deden. Ze mochten er gewoon niet zijn volgens de Duitsers
(Een-en-twintig Elburgse Joden kwamen om in Auschwitz en Sobibor) De oorlog is wreed, maar het viel ook niet mee om na de oorlog de draad weer op te pakken. *) Op 30
april 1945 stierf de verzetsstrijder Aart Kruithof in kamp Reierhorst in Duitsland. Op 2 april 1945 was zijn vriend Johan Brouwer al overleden in hetzelfde kamp. Dina, de zus van Aart en de verloofde van Johan, werd wel gevangen genomen in Nederland, maar
meteen weer vrijgelaten. Zij moest na de oorlog alleen verder … **) Beert (23) en Teunis (18) Vlieger stierven in Kamp Reierhorst in 1945. Hun broer Hendrik (25) stierf in Neuengamme. Willem (29) overleefde
dat kamp, maar vond de dood op zee toen ‘zijn’ schip per ongeluk tot zinken gebracht werd door de geallieerden.
(10) Vestingval
- 13 tot en met 23 mei in Vesting Elburg Tien dagen lang moderne kunst ontmoeten op plekken die je niet voor mogelijk houdt: in kazematten,
pandjes, in een smidse of in muurhuisjes, eeuwen her gebouwd. Het kan van steen of stof zijn of op linnen;
soms is het levensgroot, beslaat een wand; soms staan er honderd dingen op een kluitje; een miniatuur past in je holle hand
En ’t leuke is: je mag er wat van vinden: “Dit is echt práchtig! Wat een master stroke!” of: “Is dát
kunst? Laat Rembrandt het niet horen! Ik vind het niks. Dat kan mijn kleinkind ook. Kom mee de stad in en geniet van stoepen, van gevels, glas-in-lood, een mooie pui … ’t
Is Vestingval: tien dagen puur genieten voor boeren, burgers en voor buitenlui! (26 april 2015)
(11) Opgeruimd staat netjes toch?
Op ’t Harde moet je wezen, op ’t Harde moet je zijn; daar vind je rust en regelmaat en ’t is er reuze rein. Geen hondenpoep meer op de stoep: “Kleine moeite, groot plezier”, want “Opgeruimd staat netjes,” een wet voor mens en dier. Dat geldt ook voor het centrum. Dat was één grote zooi met leegstand en verloedering, allesbehalve mooi. Maar men ging slopen! Bergen puin bepaalden toen ’t gezicht. Daar werd je ook niet vrolijk van: wie gooit die gaten dicht? Maar nu is het meeste puin geruimd in d’ onbebouwde kom. We
zijn de raad diep dankbaar voor ‘niks met veel hek erom’. (22 juli 2015)
(12) Het Boek der Boeken
(n.a.v. de gelijknamige expositie van 3 juli 2015 tot 12 september 2015) Ik ging naar Elburg om Gods Woord te zien. Het boek der Boeken lag er in vitrines. Ik was nieuwsgierig naar wat er te zien is van zo'n groot
wonder. Pracht en praalmisschien? Maar 't waren enkel boeken, meestal grote, uit tijden dat papier nog kostbaar was. Ze lagen machteloos gebonden achter glas, in leer of schildpad, met of zonder sloten. 'k
Ben niet tot in mijn vezelen bewogen. 'k Werd er niet stiller van dan ik al was. 'k Moest het eerst zien en toen geloofde ik pas dat Gods Woord meer voor het oor is dan voor de ogen. (8 augustus 2015)
(13) Veertig jaar Botterstichting
“Ja maar, als …” “Als de hemel valt,” zei de leraar op het Lyceum, “dan hebben we allemaal een blauw mutsje op,” “Ja maar, als …”
Als Henk en de drie neven toen de schuit hadden gelaten voor wat het was: een rottend wrak met blik over de gaten, dan hadden er vandaag de dag geen botters meer gelegen in de havenkom, en Elburg had geen ‘Hellege’
gekregen. Dan konden veel vrijwilligers een andere klus gaan zoeken. Wie botter, bons of pluut wou zien, moest bladeren in boeken. Dan waren ‘doft’ en ‘dekenpoten’ enkel rare woorden en er was geen project
geweest dat jong talent aanboorde. Dan had de vloot van Elburg – Elburgs trots! – niet eens bestaan en waren dertien schepen naar hun mallemoer gegaan. Erken dus, stuurlui aan de wal die ’t hoofdschuddend
aanschouwden: de Botterstichting heeft iets fraais voor het nageslacht behouden!
(14) Schoon en Leefbaar Huis
De gemeente van Elburg heeft samen met andere gemeenten besloten tot het in werking stellen van een algemene voorziening Schoon en Leefbaar Huis.
Dat zou mijn moeder mooi hebben gevonden,
zo’n regeling voor schoon en leefbaar huis! Wij hadden soms ‘Staphorster meisjes’ thuis
die met verbeten blik de strijd aanbonden met ’t valse vuil. Dat moest en zou bedwongen met grof geweld van borstel, doek en dweil en met een psalm
boven de afwasteil, door Moeder vrolijk jubelend gezongen. Vóór ‘t meisje kwam, poetste mijn moeder al.
‘t Kind mocht eens denken: “Wat een zwijnenstal!” In ’t zweet des aanschijns werd geboend, gewreven.
Als kind zag ik dat zwoegen zwijgend aan en - ik beken - ik ergerde m’ eraan, maar zij genoot – het was
haar lust en leven. (17 september 2015)
(15) Ode aan Frans Jonker van de A.Vogel tuinen
(Frans Jonker was op 1 september 2015 vijftig jaar in dienst bij de A. Vogeltuinen aan de Eperweg. Hoe kun je het nu beter treffen?
Is het de man die met me meeloopt en vertelt hoe hij als
jongen op de grond moest knielen en opdracht kreeg om onkruid te gaan wieden, maar wat was ’t plantje en wat moest eruit? Het gras kon weg! Dat kon je veilig doen. En muur! Dat kon je ook nog wel herkennen. En wat dan overbleef en leek gezaaid – dat liet je staan en dan maar hopen verder … Nu kent hij elke plant die je hier vindt: de wortel en de stengel en het
blad, de geur, de kiem, het zaadje op je tong en hij noemt tussen neus en lippen door de naam gewoon in alledaagse taal: de zonnehoed, de kattendoorn, de hop of even simpelweg in hoog Latijn alsof ‘t een dialect is en niet meer: echinacea en de helianthus,
als monniken met kruiden in de weer. Hij werkt hier nu al meer dan vijftig jaar en dan is het toch niet meer dan normaal dat je wat leest en leert over zo’n plant
en over eigenschappen die hij heeft? En dat zo’n blad of bloem helpt tegen kwalen, is eeuwen lang en wereld wijd bekend. Daar hoef je niet wat lacherig om te doen - er zit veel levenswijsheid in zo’n tuin. Verweven
leven met wat groeit en bloeit, dat doet iets met je, laat dat duidelijk zijn. Nou opgelet! Daar komen dames aan met giechelende blanke blote voeten die moedig
door de zwarte modder gaan en glibberen op het blote-voeten-pad, voorzichtig stappend over schelp en grint, zoals een ooievaar op hoge poten, en dan zo zalig op het buigzaam gras -
dat lekker kietelt aan je grote teen. De mannen knikken zuinig op het pad ernaast. Is het de man die naast me loopt in ’t veld - er hangt nog
mist boven de verste bedden - of zijn het toch de planten en de kruiden zo ver het oog reikt en je geur kan gaan? Vanmorgen is de oorlog heel ver weg en alles is gezond en
ademt vrede: de lucht, het licht en zelfs de zachte koelte van deze dag. Hé lui, zullen we even? Een luchtje scheppen? Leven? Even doen of het niet regent, zachtjes? (28-9-2015)
(16) Raad der Beroerten
Op woensdag, 7 oktober 2015 verzorgde Arent toe Boecop in het Gruithuis een lezing over de Beeldenstorm en de Raad der Beroerten.
‘k Was deze week weer even eeuwenoud. Het Gruithuis was gevuld
tot aan de nok; er gaan veel makke schapen in dat hok en dat is leuk voor wie er lezing houdt . Dit keer een knappe bol van nog geen dertig die ons voorging in de verleden tijd en schijnbaar alles wist van haat en nijd in ’t rampjaar vijftienhonderd zesenzestig . Ik kende alle namen nog van school: Karel de Vijfde en zijn zoon in Spanje, Egmond en Hoorne en die van Oranje, “Het zijn maar geuzen”, dat beroemd parool. Maar toen de Beeldenstorm voorbijkwam in ’t verhaal, brak het geweld pas echt los in de straten, op ónze kansel klommen magistraten, in ónze kerk gebeurde het allemaal. Ik hoorde stemmen joelen
om de hoek, Ik meende vrouwen zacht te horen zuchten. Ik zag met eigen ogen hoe ze vluchtten voor Alva’s Bloedraad en zijn onderzoek. Het was mijn buurman die zijn woede koelde op hooghartige beelden die geen troost boden bij armoe, pest of stervend kroost. ‘k Wist deze week weer even hoe dat voelde.
(17) De CvdK en andere hoogwaardigheidsbekleders
Geachte heer CvdK, geachte heer CC, ik ben vereerd u hier te zien bij onze B & W. Ik ben een buitenbeentje hier, ik ben slechts de SD, een soort van hofnar eigenlijk – ik kijk wat kritisch mee. Maar wie bent
u? Wat komt u doen? Wat ligt er op uw bord? Bent u zoiets als StK? Die komt ook binnenkort. Die man verhoogt de leefbaarheid: een ware geld-rondsmijter. Wij zijn dol op zijn pinpas en dus slikken we zijn mijter. Gelukkig komt hij ZZP; hij
brengt BP van ginder. Dat is dan volgens de VN één wereldprobleem minder. Wat brengt U hier, CvdK? Komt u nemen of geven? Deelt u soms Zwarte Pieten uit? Moeten wij voor u beven? Wij zijn de braafsten
van de klas: wij bouwen en verbouwen. Het wordt hier mooier dan het was; dat kon u zelf aanschouwen. We doen aan por-te-feuil-le-o-ver-leg met onze buren. De leefbaarheid wordt groter door ons sturen en besturen. Het gaat ons
goed, meld dat gerust aan uw baas ZKH. Voortgaande beterschap, dat ook, voor zijn HMdK. Gebruikte afkortingen: Cvdk – Commissaris
van de Koning CC – Clemens Cornielje B&W – Burgemeester en Wethouders SD – Stadsdichter StK – Sinterklaas ZZP – Zonder Zwarte Pieten BP – Bruine Pieten VN
– Verenigde Naties ZKH – Zijne Koninklijke Hoogheid HMdK – Hare Majesteit de Koningin
(18) Twaalf december
Op 12 december 2014 werd de Dorcas Winkel Elburg geopend, met groot succes gerund door vijf-en-tachtig vrijwilligers. De dagen krimpen naar een koude Kerst, de bomen staan te kleumen en te klauwen, de straten spiegelen het late licht en rillend steken we de handen in de mouwen. Maar aan de rand van ‘t dorp (of van de stad), staat er een winkel warmte uit te stralen; je haalt er dingen voor een habbekrats. Gezien
het doel wil je best meer betalen.
’t Is DORCAS. Twaalf december is de dag dat het project een jaar geleden startte. In twee maand was de winkel schuldenvrij, alsof God zelf de pessimisten tartte. De wereld
om ons heen is bar en boos; en blinde haat slaat uit in felle branden. Hier vlamt iets liefelijks voor de allerarmsten. Laat het tot troost zijn. Koester het met holle handen. (23 november 2015)
|
|
 |
|
|
|